Nr. 1 Een vreemde gans in de bijt

In de uiterwaarden langs de Maas komen verschillende ganzensoorten voor. Voedsel in overvloed voor hen in de sappige weilanden en in de ondiepe nevengeulen aan de Ooijense kant. We zien er de kleinere Nijlgans herkenbaar aan zijn roodbruine kop en de Canadese gans met zijn zwarte hals en witte kin. De meest voorkomende gans die je er ziet is de grauwe gans . De Latijnse voor grauwe gans is Anser anser. Deze grauwe gans was de voorouder van de boerengans of soepgans. Ontsnapte witte exemplaren van de boerengans hebben weer jongen gekregen met hun wilde voorouder met als gevolg dat er nogal wat bonte exemplaren in de groep voorkomen.
De grauwe gans heeft een oranje snavel.
In het uiterwaard tegenover Greffelingen komt het hele jaar al een groep grauwe ganzen voor. Ook een enkele Canadese gans maakt deel uit van die groep en twee heel bijzondere exemplaren: Chinese knobbelganzen. Hun Latijnse naam is Anser cygnoides. Deze knobbelgans is makkelijke herkenbaar aan de knobbel op zijn kop en zwarte snavel.

Deze Chinese knobbelgans is een tamme vorm van de zwaangans, die voorkomt in een groot deel van Azië. Al vanaf 1500 voor Christus wordt deze zwaangans in China gehouden door de mens en daaruit is door gericht fokken de Chinese knobbelgans ontstaan. De exemplaren die in de Maas op Greffelingen zwemmen zijn waarschijnlijk ontsnapt uit de verzameling van een hobbyganzenhouder en hebben zich bij wilde grauwe ganzen aangesloten. Het betreft hier een mannetje en vrouwtje wat te zien is aan het verschil in knobbelgrootte.

Nakomelingen hebben ze dit jaar niet gekregen. De grauwe gans en de Chinese knobbelgans kunnen ook onderling kruizen, wat opmerkelijk is omdat ze tot een andere soort behoren en er gedragsverschillen zijn. De bastaarden zijn de herkennen aan hun oranje/zwart gevlekte snavels. Maar ook die zwemmen er in de groep op Greffelingen nog niet bij, misschien volgend jaar.

Nieuws

Laatste nieuws

Nr. 2 Patrijskluchten