Slag Alphen

Nr. 12 Ooievaars langs de dijk

Wie in Alphen langs de dijk fietst komt verschillende bewoonde ooievaarsnesten tegen. Statig, op hun lange rode poten schrijden zij door een gemaaid weiland. s-Avonds strijken zij neer op de lichtmasten van ATC, onbewogen onder het game-set-match onder hen.

De ooievaar, ook wel uiver of stork genoemd, spreekt tot de verbeelding. In volksverhalen is de ooievaar brenger van geluk en nieuwe leven. Jaarlijks kijken we uit naar de terugkeer van de ooievaarparen en het wel en wee op het nest wordt door de buurt gevolgd.

Oude Alphenaren weten nog, dat na de Tweede Wereldoorlog er een ooievaarsnest wat bij de nu afgebroken boerderij op het grasveld naast de R.K. kerk. Midden jaren ’70 was de ooievaar bijna uit ons land verdwenen. De achteruitgang werd veroorzaakt door het toenmalig gebruik van slecht afbreekbare gifstoffen in de landbouw, droogte in de overwinteringsgebieden Afrika, niet-overleven van de trektocht in het verdwijnen van water in de buurt van weilanden door schaalvergroting veehouderij en ruilverkaveling met als gevolg minder voedsel voor de ooievaar. Het verbod op het gebruik van slecht-afbreekbare gifstoffen en de aanleg van waterrijke natuurgebieden, zoals in het Rivierenland, hebben bijgedragen aan het herstel van de ooievaarstand. De soort is beschermd maar komt niet meer voor op de Rode lijst van bedreigde diersoorten.
De Vogelstichting heeft sterk bijgedragen aan herstel van de ooievaarstand door op ooievaarstations ooievaars de fokken en uit te zetten. In Rossum is zo’n fokcentrum. Sinds 1990 is het aantal ooievaars verdubbeld. Met schatte het aantal broedparen in 2020 op 1200 tot 1500.
Al vroeg in het voorjaar keren de ooievaars terug uit Afrika. Gedurende het broedseizoen is het ooievaarpaar monogaam. Ze trekken niet samen naar Afrika in de herfst, maar waarschijnlijk zoeken beide partners in het voorjaar weer hetzelfde nest op. Ooievaarparen brengen maar éen legsel per seizoen groot van 3 tot 5 eieren, die 33-35 dagen worden bebroed. De ooievaar maakt graag gebruik van door de mens gemaakte nesten op een hoge paal, maar ze nestelen ook zelf in hoge bomen. Aan het leggen gaat een uitgebreid paringsritueel vooraf, waarbij de ooievaars hun kop in de nek gooien en klepperen. Het typische kleppergeluid van de ooievaar wordt gemaakt door de twee snavelhelften snel tegen elkaar te slaan. Ooievaars klepperen om elkaar te begroeten maar ook om andere ooievaars bij hun nest te verdrijven. Man en vrouw ooievaar zorgen intensief voor de jongen. Niet alleen vliegen ze af en aan met voedsel, bij warmte als in deze zomer maken ze met hun vleugels een parasol boven hun jongen en verkoelen hun door water boven hun uit te braken. De jongen brengen zo’n 55-60 dagen door op het nest voor ze uitvliegen. Na het verlaten van het veilige nest voeden de ouders hun jongen nog 1-2 weken.

De ooievaar scharrelt zijn voedsel bij elkaar in weilanden met een hoge waterstand zoals in de rivieruiterwaarden en in het Utrecht-Hollands weidegebied. Zijn gevarieerde menu bestaat uit kikkers, mollen, muizen, kevers en andere insecten. Maar ook hagedissen, salamanders, wormen, dode dieren en ander afval. De ooievaar verblijft graag in de nabijheid van de mens.

Minstens 1/5 van de ooievaars uit ons land overwinteren hier. Dat zijn vaak vogels en nazaten uit fokprogramma’s. Al in augustus trekken de meeste ooievaars naar Afrika. In herfst zie je in weilanden soms groepen van tientallen ooievaars. Dit zijn meestal ooievaars uit Duitsland en Denemarken tijdens de trektocht, die hier een rustpauze nemen en hun maag vullen.

Copyright@ 2022 Werkgroep Biodiversiteit SLAG
Tekening  © Jan Glas, Johan Bergsma e.a
Foto’s  © Ooievaars.nl , geboorteplein.nl

Scroll naar boven
Ga naar de inhoud