
Nr. 13 Schimmels en paddenstoelen
Prachtvlamhoed, zwerminktzwam, rafelige parasolzwam, gewone beurszwam of elfenbankje. Het lijken fantasienamen uit een sprookje of uit een Harry Potterfilm, maar het zijn paddenstoelen, die je ook hier aan kunt treffen tussen het gras in de Maasuiterwaarden of in je tuin bij rottend hout. Er zijn in Nederland zo’n 5250 paddenstoelsoorten. Vaststellen om welke soort het gaat is zelfs voor kenners lastig. Wat je kan helpen is de gratis app Obsidentify, waarmee je ook de naam kunt achterhalen van plantensoorten.
Paddenstoelen zijn de vruchtlichamen van de hogere zwammen. Zwammen horen met de gisten en vele schimmels biologisch tot het rijk van de schimmels. Anders dan planten kunnen schimmels niet zelf hun voedsel maken. Net als dieren zijn zij afhankelijk van dode of levende planten, die ze verteren en waaruit ze hun voedsel halen.
De meeste schimmel- en padden- stoelsoorten hebben in de natuur als taak om dode planten- en dierresten af te breken en weer om te zetten in voedingstoffen voor planten. Zonder deze opruimers zou de voedselkringloop verbroken worden en zouden de voedingstoffen in de bodem voor planten opraken. En ja, schimmels maken geen onderscheid tussen een dood blad en een boterham of sinaasappel. Voor schimmels zijn het afbreekbare resten, waaruit zij hun voedsel kunnen halen. Schimmels scheiden verteringssappen uit in het hout of voedselresten. De verteerde voedingstoffen worden dan door de schimmel opgenomen voor zijn groei en het hout of boterham valt verder uit elkaar.
Een deel van de schimmels en paddenstoelen zijn parasieten en groeit op nog levende planten, die in slechte conditie verkeren. Zij verzwakken die planten daarmee nog verder. Elfenbankje, oesterzwam en inktzwam zijn bekende voorbeelden van paddenstoelen, die op levend hout groeien. Maar ook daarmee leveren zij een bijdrage aan de voedselkringloop in de natuur. Zwakke planten, waarvoor het einde nadert, worden weer omgezet in voedingsstoffen.
Waarom zien we juist in de herfst zoveel paddenstoelen?
De paddenstoelen zijn de vruchtlichamen van de hogere zwammen. Het grootste deel van zo’n zwam zit ondergronds. Daar bevindt zich een uitgebreid netwerk van schimmeldraden. Dit netwerk kan enkele vierkante meters tot hectaren groot zijn. Deze zwammen kunnen zich op twee manieren vermeerderen. Op het einde van de schimmeldraden kunnen zij sporen maken, die zich weer verspreiden. Wanneer je tegen een beschimmelde sinaasappel tikt, dan zie je wolken van deze sporen. Deze sporen kunnen vocht, kou en uitdroging overleven en onder geschikte omstandigheden kunnen deze sporen weer uitgroeien tot een nieuwe schimmel. In de lucht om ons heen zweven altijd schimmelsporen rond. Maar in vochtige, beschimmelde ruimten is de concentratie schimmelsporen in de lucht extra hoog.. Inademing kan tot luchtwegklachten of allergische reacties leiden.

Schimmeldraden van dezelfde soort, maar van een ander individu, kunnen ook kruisen. Ze laten dan twee cellen uit 2 verschillende schimmeldraden samensmelten, vergelijkbaar met de bevruchting van zaad- en eicel bij dieren. En uit die samengesmolten cel groeit de paddenstoel. De sporen worden in de paddenstoelhoed gemaakt en vallen uit de plaatjes of buisjes aan de onderkant van de paddenstoelhoed. Deze sporen, het resultaat van de paddenstoel-seks, bevatten steeds een andere mix van de eigenschappen van de twee samengesmolten schimmelcellen. Dit kun je vergelijken met het verschil tussen de kinderen van een ouderpaar. Door die variatie onder zijn nakomelingen heeft de paddenstoel meer kans om bij verslechtering van de leefomstandigheden te overleven. Wanneer het kouder en natter wordt en de herfst zijn intrede doet, stappen paddenstoelen over op deze vorm van geslachtelijke voortplanting. De champignonkweker maakt gebruik van deze kennis. Na het doorgroeien van de champignonmest met schimmeldraden worden in de kweekcel herfstomstandigheden nagebootst om de paddenstoelvorming te stimuleren.
Heksenkringen
Paddenstoelen worden in verband gebracht met sprookjesfiguren. En hun raadselachtig, snelle verschijnen in de herfst met hekserij. Maar er is een logische verklaring voor deze heksencirkels. De schimmeldraden breiden zich in een bodem rijk aan planten- en dierresten uit vanuit het centrum. Wanneer het voedsel opraakt voor de padenstoelen dan groeien zij verder door vanuit het uitgeputte centrum. De paddenstoelen ontstaan dan in een cirkel om het centrum: de heksenkring.
Paddo’s en gif
Champignon, oesterzwam en shiitake zijn bekende voorbeelden van eetbare paddenstoelsoorten. Ook in de natuur kun je eetbare soorten vinden. Maar wees gewaarschuwd! Van de paddenstoelsoorten die in ons land voorkomen zijn er 30 giftig, waarvan 5 dodelijk.
Veel paddenstoelsoorten hebben zich tegen vraat door dieren gewapend met gif, dat dier en mens misselijk of ziek maakt of waardoor hun bewustzijn wordt beïnvloed. Gevolgen van het eten van giftige paddenstoelen kunnen zijn loopneus, zweten, speeksel- of tranenvloed, maag- en darmproblemen. Nog erger: het gif van enkele paddenstoelen vernielt lever of nieren met dodelijke afloop als gevolg. Andere paddenstoelsoorten bevatten stoffen, die verwardheid of hallucinaties veroorzaken: de paddo’s. Allemaal bedoeld om het uit je hoofd te laten paddenstoelen op te eten. Dieren laten het meestal wel na één hap om nog een keer van zo’n giftige paddenstoel te eten. Maar de mens is hardleerser. Vaststellen om welke soort paddenstoel het gaat is zelfs voor kenners lastig. Eetbare en giftige soorten lijken soms verraderlijk veel op elkaar. Jaarlijks lopen in Nederland 20 mensen een vergiftiging op door het eten van paddenstoelen uit de natuur. Sinds 2019 zijn als gevolg daarvan 4 mensen overleden. Dus voor het veilig eten van paddenstoelen toch maar naar supermarkt of kweker.
Copyright@ 2022 Werkgroep Biodiversiteit SLAG
Tekening © Jan Glas, Johan Bergsma e.a