
Nr. 26 Essen
Knotbomen bij retentiebekken Appelhoek
In februari hebben vrijwilligers van SLAG struiken, bomen en moerasplanten geplant rondom het retentiebekken achter de Appelhoek. Aan de straatzijde zijn langs de vijverrand essen, wilgen en elzen gepoot. Ook aan de andere zijde van het bekken langs de brede sloot, die de Appelhoek scheidt van het poldergebied, is een rij van deze boomsoorten aangeplant. Te zijner tijd zullen deze bomen geknot worden om de bewoners van de Appelhoek zicht te laten houden op de weilanden en akkers richting Dreumel. De ondiepe geul tussen de bestrating en het retentiebekken wordt ingeplant met moerasplanten zoals langs de wadi in de Valksestraat. Aan de andere zijde van het retentiebekken in de hoek waar de bijenkorven zijn geplaatst, is een mengsel van inheemse struiken geplant. Gele en rode kornoeljes, Mahonia- en vlinderstruiken, elzen en bottelrozen moeten hier een bosje gaan vormen. Ook wordt de oever aan deze polderkant ingezaaid met een mengsel aan eenjarige bloemen. Deze variatie aan drachtplanten moet met hun nectar en zaden insecten en vogels gaan lokken. De gemeente West Maas en Waal heeft het plantgoed beschikbaar gesteld om de biodiversiteit in deze nieuwe wijk in Alphen te vergroten en een natuurlijke overgang te vormen tussen de bebouwing en het polderlandschap.
Knotessen
De wilgen, elzen en essen rondom het retentiebekken zullen geknot worden. Essen staan in Alphen langs de Kooistraat, Dijkgraafdeleeuwweg, Sluisweg en op het grasveld voor de kerk.
De gewone es is een boom, die ongeveer 45 meter hoog wordt en is daarmee een van de grootste Europese loofboomsoorten, zeker op kleigronden. De es heeft een open, brede kroon. Essentakken zijn makkelijk te herkennen in deze tijd van het jaar aan de pikzwarte bladknoppen. De schors is bleek grijs en vrij glad. Als de es ouder wordt, krijgt de schors een ingewikkeld patroon van groeven en ribben.
Deze boomsoort doet het goed op vruchtbare, kalkrijke kleigrond. Een vochtige bodem verdraagt een es goed, maar langdurig onder water staan is fataal voor de es in tegenstelling tot wilgen of populieren. De es wordt veel aangeplant in bossen in het Rivierengebied. Een es heeft veel licht nodig en kwijnt weg in bossen waar woudreuzen als eik en beuk veel licht wegnemen.
In prehistorische tijden kwam de es hier ook al voor in oerbossen langs de rivieren in combinatie met iepen, wilgen, populieren en elzen. Een es kan 300 jaar oud worden.

Wagenmakersboom
Essen hebben een licht gekleurd hout, dat zich goed laat bewerken. Essenhout is hard, taai en buigzaam. In de prehistorie werd het gebruikt voor bogen, speren, en lansen. Tot in de vorige eeuw werd de es wagenmakerboom genoemd. Het essenhout werd gebruikt voor maken van rijtuigen. Tegenwoordig wordt het hout van de es nog gebruikt voor stelen van gereedschap, parketvloeren en turntoestellen. Om aan essenstelen en hakhout te komen, werden essen vroeger geknot of werden hakhoutbosjes aangeplant. Ook rond boerderijen op kleigronden vind je vaak essen in de erfbeplanting: het zijn ideale windvangers.
In de volksgeneeskunde werden essenbladeren gebruikt voor het verlichten van gewrichtspijnen en als laxeer- en plasmiddel.
Waardplant

De es is een inheemse soort en dus zijn er tal van insecten, mossen en vogels waarvoor de es belangrijk is. De es speelt of een rol in hun voortplanting, ze groeien op de stam of de es is een voedingsbron. De zaden van de es worden gegeten door veldmuizen, eekhoorns en vogels. Essenloof werd vroeger ook aan het vee gevoerd. Reeën eten jonge scheuten.
Voor een dertigtal vlindersoorten is de es waardplant, waar zij hun eitjes opleggen en de rupsen voedsel vinden. De bladeren van de es verteren snel en bevorderen de bodemvruchtbaarheid.
Op de stam van de es groeien meerdere paddenstoelensoorten, onder andere Echt Judasoor. Volgens de legende groeide Echt Judasoor op de stam van de vlier, waaraan Judas Iskariot na zijn verraad zich verhing.
Voortplanting is een rommeltje
Wat de voortplanting betreft zijn er bij de es allerlei variaties. Er zijn mannelijke bomen met alleen mannelijke bloemen of vrouwelijke bomen met alleen vrouwelijke bloemen, maar er zijn ook essen met eenslachtige mannelijke en vrouwelijke bloemen. Op hun beurt kunnen de bloemen alleen de mannelijke meeldraden bevatten, of alleen de vrouwelijk stampers of weer allebei. Alle drie de bloemtypen kunnen op een en dezelfde es voorkomen. Die bloemen van de es vallen niet op. In april krijgt de es paars-lichtgele tot groene pluimen. De zaden verkleuren van lichtgroen naar geel en worden tenslotte bruin. Die gevleugelde zaden worden door de wind verspreid en in de omtrek van een es vind je volop zaailingen.
Essentakziekte
Essen worden geplaagd door meerdere ziektes. De ziekte die de es het meest bedreigt, is essentaksterfte. Deze ziekte wordt veroorzaakt door een uitheemse schimmel, die hier oprukt. Deze schimmel heet het Vals essenvlieskelkje en heeft zijn oorsprong in Azië. In Europa werd in 1990 deze schimmelsoort voor het eerst in Polen waargenomen. Ons land volgde in 2010. Deze schimmel verstopt de houtvaten, waardoor geen watertransport meer van de wortels naar de bladkroon mogelijk is. Het gevolg is dat bladeren verwelken en takken van buiten naar binnen afsterven. Op twijgen van aangetaste bomen groeien paddenstoeltjes van deze schimmelsoort, die veel sporen verspreiden en zo andere essen besmetten. Er is nog geen bestrijding van deze schimmelsoort mogelijk. De Landbouwuniversiteit in Wageningen zoekt naar essenbomen die minder gevoelig zijn voor deze ziekte.
De goud-es bij de R.K. kerk
Het grasveld aan de Schoolstraat voor de kerk wordt al tientallen jaren gedomineerd door een markante, dikke goudes, die aanspraak kan maken op oudste boom van Alphen. Oude Alphenaren zullen zich nog kunnen herinneren, dat er hier oorspronkelijke twee goudessen stonden voor de boerderij van de familie De Leeuw. Een van die goudessen is in de loop van de jaren afgestorven en vervangen door een gewone es.
De twijgen van de goudes hebben een gele schors. Zijn lichte bladkleur wijkt af van het veel donkergroener blad van de gewone essen die ook op dit grasveld staan. Het blad van de goudes loopt geelgroen uit en in de herfst kleurt het naar felgeel.

Pluimes en smalbladige es
In de kern van Alphen zijn nog twee opvallende esboomsoorten te vinden. Op de hoek van Driehuizenstraat en Schoolstraat staat een sierlijke manna- of pluimes. Deze soort heeft zijn oorsprong in het Middellandse zeegebied. Deze soort blijft kleiner, ongeveer tien meter, en heeft bij de bloei in mei roomwitte, geurende pluimen, later gevolgd door trossen bruine vleugelzaden.
In de middeleeuwen ontdekte men, dat er uit de pluimes een suikerrijk hars gewonnen kon worden. Dit vergeleek men met het Bijbelse manna. Op Sicilië zijn er pluimes-plantages voor de winning van dit hars.
Op het Gement is nog een vierde essensoort te vinden: de smalbladige es. De hier aangeplante variëteit “Raywood” krijgt in de herfst een fraaie, rode herfstkleur. Op voedselrijke grond kan deze es te snel groeien met als gevolg breekbare takken. Daarom staat deze Raywood in de volksmond ook wel bekend als Brakewood.
Copyright@ 2024 Werkgroep Biodiversiteit SLAG
Tekening © Jan Glas, Johan Bergsma e.a.
Foto © Copyright Roots Magazine