Nieuws van de werkgroep biodiversiteit.
Biodiversiteit in Alphen
Met Biodiversiteit wordt de verscheidenheid aan dieren en planten bedoeld. Het gaat dan om verschillende dieren- en plantensoorten, maar ook om de variëteit binnen een soort; Denk bijvoorbeeld aan de vele soorten vlinders. Een grotere verscheidenheid is niet alleen gewoon mooi en belangrijk om in stand te houden, het is ook een aanwijzing voor de kwaliteit van de leefomgeving. We zijn plannen aan het maken om in Alphen de biodiversiteit te bevorderen voor: Bloemen, kruiden, insecten en vogels.
- Bloemen en kruiden: Om het leefklimaat voor insecten (bijen, vlinders) te verbeteren zijn bloemen en kruiden nodig. Bloeiende kruiden geven niet alleen kleur aan de omgeving maar ze zijn ook belangrijk als nectarbron en voedselplant voor insecten (en trouwens ook voor kleine zoogdieren). Het is bij de meeste mensen wel bekend dat het bijvoorbeeld met de bijen niet zo goed gaat. De bijen zijn echter heel belangrijk voor onze fruitteelt en voor het telen van andere gewassen. Door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, maar ook doordat er veel minder bloemenweides zijn door het regelmatig maaien van borders, bermen etc. hebben de insecten, met name de bijen, het zwaar. Hierdoor, maar ook door ziekten, wordt hun populatie ernstig bedreigd. We willen nagaan waar in Alphen meer bloemrijke bermen, oevers en borders zouden kunnen komen.
- Maaibeleid: Bloemen en kruiden hebben soms te lijden onder de timing van het maaien; de eerste maaibeurt vindt veelal plaats voordat veel planten zaad hebben geproduceerd om een volgende generatie veilig te stellen. Deze zaden zijn ook weer voedsel voor sommige vogels en kleine zoogdieren. Als het maaien beperkt en anders gepland zou worden, dan zou op langere termijn een voor insecten interessante bloembedding ontstaan. We zouden wel een meer insect-vriendelijk maaibeleid van borders, sloot- en vijveroevers en het buitengebied langs de Maas willen bereiken.
- Vogels: Van deze aandacht voor bloemen en kruiden en insecten profiteren ook de vogels. Zij eten onder andere insecten en zaden. Op land met alleen gras komen minder zaden en insecten voor dan op land waar ook bloemen en kruiden groeien. Roofvogels eten ook kleine zoogdieren. Een beter leefklimaat voor vogels is dus gebaat bij bloemen, kruiden, insecten en kleine zoogdieren. Zo zouden we de leefomgeving voor (bedreigde) vogels kunnen verbeteren.
Door met beleid te maaien kunnen in het buitengebied ook beschutte plekken voor patrijzen en fazanten ontstaan, zodat die daar beter beschutte verblijfplaatsen kunnen vinden.
Verder zouden we de leefomgeving en populatie van de vogels willen verbeteren door vogels een goede broedplek te bezorgen. We denken dan bijvoorbeeld aan de huismus, de gier-, boeren- of huiszwaluw en de steenuil. We willen gaan uitzoeken of we misschien nestkastjes kunnen laten bouwen en dan Alphenaren zoeken die in de buurt van hun woning zo’n nestkastje zouden willen ophangen. Niet elke plek is geschikt voor iedere soort vogel. De dorpsbewoners die meedoen zouden dan ook eerst advies moeten krijgen over welk soort vogel graag zou willen nestelen in de buurt van de woning en over de meest geschikte plaats om een nestkastje op te hangen zodat de vogels het best kunnen gedijen.
Zou toch leuk zijn om in het voorjaar of zomer een nestje jonge vogels te zien uitvliegen in je eigen tuin?
Meer weten?